Incassokosten, rente en betalingstermijnen
Vanaf 1 juli geldt een maximum aan de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten en gaat de wettelijke rente voor niet-handelstransacties omlaag. Vanaf 1 januari 2013 worden betalingstermijnen wettelijk vastgelegd.
Per 1 juli 2012 is de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten in werking getreden. In deze wet is bepaald dat buitengerechtelijke incassokosten als een percentage van het verschuldigde bedrag worden berekend. Bovendien is een minimale èn maximale vergoeding opgenomen. Op deze wijze wordt voorkomen dat schuldeisers te hoge incassokosten opleggen aan schuldenaren.
Voortaan zullen schuldeisers verplicht zijn eerst een aanmaning te sturen voordat incassokosten in rekening mogen worden gebracht. Schuldenaren krijgen daardoor extra de tijd om aan de vordering te voldoen. Blijft de betaling uit, dan mag de schuldeiser het minimumbedrag van 40 euro in rekening brengen of (als dat meer is) 15% over de eerste 2.500 euro die te laat betaald is. Over de volgende 2.500 euro mag 10% in rekening worden gebracht. Vervolgens wordt het percentage incassokosten steeds lager naarmate de vordering toeneemt. Het maximumbedrag dat een schuldeiser mag verhalen is 6.775 euro. Hierin zijn de kosten van een extern incassobureau begrepen.
De incassokosten mogen straks in rekening worden gebracht voor elke factuur die onbetaald blijft zover het duurovereenkomsten betreft, zoals huur, energie en de kabel. Doet de schuldeiser dat niet, dan moeten de openstaande vorderingen worden gestapeld en mag er alleen op basis van de hoofdsom kosten in rekening worden gebracht.
Wanneer het vorderingen tussen bedrijven onderling betreft, kunnen zij afwijkende afspraken maken over de hoogte van de incassokosten.
Als er contractueel niets wordt vastgelegd, moet binnen 30 dagen na de factuurdatum worden betaald. In de overeenkomst mag een langere betaaltermijn van maximaal 60 dagen worden afgesproken. Een betalingstermijn van langer dan 60 dagen is alleen toegestaan als aangetoond kan worden dat dit voor geen van beide partijen nadelig is.
De wettelijke rente voor niet-handelstransacties gaat omlaag van 4% naar 3%.
. . . terug naar boven
|